1. De opslag door en geautomatiseerde toegang van de bevoegde autoriteiten tot de inlichtingen als bedoeld in artikel 17, lid 1, onder f), van Verordening (EU) nr. 904/2010, vindt plaats met behulp van het in artikel 56, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie ( 1 ) bedoelde elektronisch systeem.
2. De geautomatiseerde toegang overeenkomstig artikel 21, lid 2 bis, van Verordening (EU) nr. 904/2010 wordt verleend op het niveau van een goederenitem van een douaneaangifte overeenkomstig bijlage B, titel I, hoofdstuk 2, deel 3, en hoofdstuk 3, deel 1, kolom H1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie ( 2 ).
3.
Zoals vereist overeenkomstig artikel 226 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, wordt elk goederenitem geïdentificeerd aan de hand van de volgende informatie:
a) het masterreferentienummer (MRN), en
b) de datum van aanvaarding van de douaneaangifte.
4. In bijlage VII bij deze verordening is vastgelegd welke van de in artikel 17, lid 1, onder f), van Verordening (EU) nr. 904/2010 bedoelde inlichting overeenkomt met welk in bijlage B bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoeld gegevenselement van het douanesysteem.